MELVEREN
Geschiedenis van de H. Godefridus van Melveren
Godfried Coart werd in de Keelstraat te Melveren geboren in 1512.
Enkele dagen later werd hij in de H. Drievuldigheidskerk van Melveren gedoopt.
Bij zijn intrede in het klooster der Minderbroeders, die al heel lang in Sint-Truiden aanwezig waren op dat ogenblik, behield hij zijn doopnaam, terwijl zijn familienaam, zoals gebruikelijk, vervangen werd door de naam van de plaats van herkomst : Godefridus Mervelanus, in het Nederlands 'Godefridus van Mervel in 't landt van Luyck'.
Na zijn studies aan het befaamde franciskanercollege te 's-Hertogenbosch (Nederland) en na zijn priesterwijding werd hij benoemd in het klooster van Gorcum , (Nederland). Over zijn verblijf daar tot aan de godsdienstoorlogen is er weinig bekend. Hij was er o.a. koster en biechtvader, en zeer geliefd bij de plaatselijke bevolking.
Godefridus van Melveren was één van de 19 martelaren van Gorcum. Hij stierf als martelaar in 1572 en werd heilig verklaard in 1867.
Om alles in hun historisch perspectief te plaatsen wordt hieronder de geschiedenis kort geschetst van de martelaren van Gorcum.
Voorafgaande historische context
Karel V
Karel V werd geboren op 24 februari 1500 in het Prinsenhof te Gent. Hij was de oudste zoon van Filips I van Castilië (1468-1506) – ook bekend als Filips de Schone – en Johanna van Castilië (1479-1555), bekend als Johanna de Waanzinnige. Toen in 1506 zijn vader Filips de Schone overleed, waren de gevolgen groot. Van zijn grootvader van vaders kant, Maximiliaan I (1459-1519), had Karel de Habsburgse stamlanden in Centraal-Europa geërfd (Oostenrijk, Hongarije en Bohemen) en via zijn oma, Maria van Bourgondië (1457-1482), erfde hij een groot aantal hertogdommen en graafschappen in de Nederlanden en de Franche-Comté van Bourgondië.
In januari 1515 trad Karel V aan als heer der Nederlanden en in juni 1519 kozen Duitse keurvorsten hem tot keizer van het Heilige Roomse Rijk.
In de Nederlanden, pakte hij net als in zijn andere rijksgebieden de Reformatie hard aan. Zo verkondigde Karel V op 28 september 1520 dat alle geschriften die de leer van de Duitse reformator Martin (Maarten) Luther (1483-1564) vertolkten, vernietigd dienden te worden. In maart 1522 stelde Karel V in de Nederlanden naar Spaans voorbeeld de inquisitie in. Berucht was Karels uitvaardiging van het Bloedplakkaat in 1550. Dit plakkaat stelde op allerlei ‘ketterse’ handelingen de doodstraf, zoals de verspreiding of het bezit van lutheraanse of calvinistische boeken en plakkaten, protestantse bijeenkomsten of kerkdiensten en de prediking van reformatorische ideeën. Op 25 oktober 1555 trad Karel V officieel af als heer der Nederlanden en droeg de macht over aan zijn zoon Filips II. Een van de ridders van het Gulden Vlies, de jonge Willem van Oranje (1533-1584), ondersteunde hem tijdens zijn afscheidsspeech.
Filips II
Zijn zoon Filips II volgde hem op als koning van Spanje en heer der Nederlanden. De Nederlanden hadden onder Karel V een zekere mate van autonomie gekregen. Immers in 1548 had Karel de gewesten een zelfstandige positie gegeven binnen het Duitse keizerrijk.
De vrome vorst was vastbesloten het opkomende protestantisme de kop in te drukken en moest niets hebben van de vrijzinnige bewoners van de Nederlanden die meenden dat er ruimte moest zijn voor het nieuwe geloof.
Filips II voerde de al ingestelde kettervervolging verder op.
In 1559 stelde Filips zijn halfzus Margaretha van Parma aan als landvoogdes over de Nederlanden . In de Nederlanden was een revolutie in religieus denken gaande. Steeds meer mensen vonden dat de katholieke kerk hervormd moest worden en hingen de zogenaamde reformatie aan. Op talloze plekken in het land werden zogenaamde hagenpreken gehouden. Kerkdiensten in de openlucht waarin de katholieke kerk openlijk werd bekritiseerd. Niet zonder gevaar, want het protestantisme werd in opdracht van Filips fel bestreden.
Protest
Een grote groep verenigde Nederlandse edelen probeerden een einde te maken aan de geloofsvervolging. In 1566 boden ze de landvoogdes een smeekschrift aan, waarin ze haar vroegen een einde te maken aan de inquisitie, de katholieke rechtbank die was ingesteld om ketters te vervolgen.
Aanvankelijk kwam de landvoogdes de edelen nauwelijks tegemoet en beloofde ze alleen om bij koning Filips II te zullen pleiten voor een aanpassing van de inquisitie. Voor de edelen was dit niet voldoende. Korte tijd later bezochten ze de landvoogdes daarom opnieuw. Margaretha van Parma vreesde inmiddels voor een gewapende opstand en besloot in te binden.
De vervolging van ketters in vrijwel de hele Nederlanden hield hierdoor tijdelijk op. Het calvinisme kon zich daardoor nu openlijk manifesteren. Een rustige periode brak echter niet aan. Nog hetzelfde jaar brak de Beeldenstorm los.
Filips II was woedend over de aangerichte vernielingen in de katholieke heiligdommen en stuurde daarom in 1566 een van zijn krachtigste onderdanen naar het noorden om orde op zaken te stellen: de hertog van Alva. Van de Spaanse koning kreeg hij drie opdrachten mee: het instellen van nieuwe Nederlandse bisdommen, het doorvoeren van de besluiten van het Concilie van Trente en het bestraffen van de Beeldenbrekers (Beeldenstormers).
De hertog kreeg een leger van 10.000 man mee om de opstand te onderdrukken en begon onmiddellijk met de vervolging en onderdrukking van de protestantse ketters. Hij stelde een Bijzonder Gerechtshof in, de zogenaamde Raad van Beroerten. Dit gerechtshof werd door het volk al snel Bloedraad genoemd. Niet voor niets: naar schatting werden er 6.000 tot 8.000 protestanten door de Raad van Beroerten veroordeeld. Het zou nooit meer goed komen.
Koning Filips II van Spanje en prins Willem van Oranje
Prins Willem van Oranje was in deze periode al in ongenade gevallen bij Filips II. De koning kon het niet verkroppen dat zijn oude vertrouweling in 1561 was getrouwd met de lutherse Anna van Saksen. De hertog van Alva probeerde ook de prins van Oranje te pakken te krijgen, maar die was net op tijd uitgeweken naar Duitsland. De Spanjaarden probeerden de prins van Oranje dan maar op een andere manier te raken.
De Raad van Beroerten verklaarde al zijn bezittingen verbeurd en zijn zoon Filips Willem van Oranje werd ontvoerd naar Spanje. De opstand was nu helemaal niet meer te stuiten en ook Willem van Oranje keerde zich nu openlijk en radicaal tegen Filips II. Hij bracht een aantal huurlegers op de been en vanaf het moment dat de Tachtigjarige Oorlog met de Slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 echt was begonnen, bemoeide de prins zich fanatiek met de strijd.
Aanvankelijk bleef succes uit. Pas toen de Watergeuzen op 1 april 1572 bij toeval de stad Den Briel(Brielle) innamen, kreeg de Opstand bredere steun. Filips II zette een prijs op het hoofd van de opstandelingenleider.
In 1584 werd hem dat fataal. Willem van Oranje werd door Balthasar Gerards vermoord.
Besluit
Uit de hierboven geschetste historische context is het te begrijpen dat de inwoners van Noord-Nederland die voornamelijk protestant waren zich begonnen te keren tegen de aanwezige katholieke priesters en kloosterlingen.
De geschiedenis van de martelaren van Gorcum
De geschiedenis van de Martelaren van Gorcum speelde zich af ten tijde van de opstand tegen Spanje. Een strijd voor onafhankelijkheid, maar er liepen ook religieuze stellingnamen doorheen die verhard waren aan de vooravond van de Tachtigjarige Oorlog. De Beeldenstorm raasde in 1566 door de Nederlanden. In 1567 stelde Alva de gehate Raad van Beroerten in, die de opstandelingen en beeldenstormers streng berechtte. Op 1 april 1572 werd Den Briel (Brielle) ingenomen door de watergeuzen, onder aanvoering van Lumey. Door dit succes kreeg de opstand voet aan de grond in de Noordelijke Nederlanden.
Vooral de clerus en de katholieke godsdienst waren het mikpunt van de geuzen. Kloosters werden gesloten. In verschillende plaatsen werden priesters en religieuzen vermoord. Velen van hen zochten daarom een veilig onderkomen als de geuzen in aantocht waren.
Op 26 juni 1572 gaf pater Nicolaes Pieck, die overste was van het franciskanerklooster van Gorcum , aan hen die het wensten de toestemming om veiliger oorden op te zoeken. Slechts twee paters maakten daar gebruik van. Ondertussen werden de bibliotheek en de gewijde vaten in veiligheid gebracht in de 'blauwe toren', waar ook iedereen zich terugtrok die zich bedreigd voelde.
Toch werden de priesters en de kloosterlingen gevangen genomen door de geuzenvloot die op 27 juni 1572 Gorcum innam.
Deze priesters en kloosterlingen werden bijeengebracht in een zaal waar ze door de geuzen en aanhangers beschimpt werden. Vandaar werden ze naar de gevangenis gevoerd en opgesloten in een smerig onderaards hol waar ze op de grond moesten neerzitten. Tegen de avond kwamen de geuzen eten brengen, maar speciaal omdat het vrijdag was boden zij vlees aan. Geen van de gevangenen heeft er van willen eten.
Op zaterdag 28 juni 1572 heeft een eerste foltering plaats van gardiaan Nicolaes Pieck. Wanneer op zeker moment enkele geuzen pater Pieck eerst het voorhoofd verschroeid hadden en daarna een brandende kaars in zijn mond hadden gestoken, zei hij tegen de dokter die hem, met veel medelijden, moest verzorgen : 'Kom, kom, Jezus heeft wel heel wat meer uitgestaan.'
Bijna twee weken lang werden ze gefolterd, getreiterd en verleid om hun geloof af te zweren
De laatste nacht voor hun overbrenging naar
Den Briel
(of Brielle: stad in Nederland),
werden de gevangenen twee aan twee vastgebonden. Daarna moesten zij in processie door Gorcum trekken, terwijl zij het Te Deum moesten zingen. Onderweg werden zij door dronken vrouwen vernederd en beschimpt.
Op 6 juli 1572 vertrokken zij met een vrachtschuit naar Dordrecht met watergeuzen als bewakers. Zij waren toen met 23 want er werden nog vier priesters van andere plaatsen meegenomen.
Op 7 juli 1572 kwamen zij met dit vrachtschuit aan in Den Briel. Hier werden zij opgewacht door Lumey. Ook hier volgde weer allerlei vernederingen en pijnigingen en weer dezelfde processie.
Op 8 juli 1572 heeft het proces plaats. Eerst probeert men hen het primaatschap van de paus te doen loochenen. Als dat niet lukt wordt de bijbel erbij gehaald om hen te doen bekennen dat er op het altaar alleen maar brood en wijn aanwezig zijn. Maar zich beroepend op een tekst van Paulus in een Korinthiërbrief, bleven zij trouw aan de leer van de Eucharistie.
Bij de verhoren in Brielle vielen drie van hen af, bij de terechtstelling nog een. Deze 4 bekeerden zich op de valreep tot het protestantisme en ontkwamen zo aan de galg.
Van minstens twee zijn de namen bekend. De jonge lekenbroeder Hendrik die zich liet ompraten. Hij was bang en als één van de geuzen hem om zijn leeftijd vroeg, zei hij dat hij zestien was in plaats van achttien . De beulen haalden hem uit de groep en maakten hem los.
In de nacht van 9 juli 1572 werden ze naar Rugge gebracht, even buiten Brielle. Het klooster van Rugge werd kort tevoren door de geuzen in brand gestoken, maar de turfschuur stond nog overeind. Daar zullen de overigen gehangen worden, beslisten de beulen.
De minderbroeder Willem van Luik valt nog af. Hij verklaarde zich bereid om zijn geloof af te zweren en werd snel naar een hoek van de schuur gevoerd.
Die nacht werd dan het gruwelijke lot voltrokken : dood aan de strop. Terwijl de soldaten met ladders de touwen aan de lange steunbalk en de dwars-bint van de turfschuur vastmaakten, bemoedigden Claes Pieck, Lenaerd Veghel, Jeroen van Weert, Nicasius van Heeze en Govaert van Melveren hun jongere metgezellen.
Klik op de foto om te vergroten
Zij wezen hen erop dat na een slechts zeer kortstondig lijden hun de hemelse zegepraal zou ten deel vallen. Onmiddellijk zouden zij na hun dood opgenomen worden in de glorie van hun Goddelijke Meester. Aldus biddend , smekend en vermanend bereidden zij zichzelf en hun volgelingen voor op het einde.
De terechtstelling nam meteen een aanvang. De gevangenen werden ontdaan van de touwen waarmee zij aan elkaar waren vastgebonden en beroofd van hun laatste kledingstukken. Het was een ontluisterend schouwspel. In de door fakkels verlichte ruimte waren de vurige striemen en de bloedige verwondingen op de naakte lijven van de geloofsgetuigen duidelijk waarneembaar.
Overste Pieck werd als eerste aangewezen om te worden gehangen. Het werd hem als een gunst toegestaan van zijn medebroeders afscheid te nemen. De overste omhelsde ieder van hen en spoorde allen aan om nog een poos stand te houden, om dan het eeuwig heil te verwerven. Niet aan eigen pijn denkend bleef hij bij het beklimmen van de ladder zijn broeders moed inspreken tot de aangesnoerde strop hem dit onmogelijk maakte. Daarop volgden alle anderen hem op dezelfde weg. Als eerste onder hen Govaert van Melveren, die met de koord om de hals luidop bad: 'Heere verghevet hen want sy weeten niet wat sy doen'. Samen met zijn 18 medebroeders stierf hij de marteldood.
Over het lijdensverhaal van de negentien martelaren van Gorcum zijn wij opvallend goed gedocumenteerd. Eerst en vooral zijn er de werken van twee rechtstreekse ooggetuigen, Rutger van Est en Pontus de Huyter, die beiden in de stad woonden op het moment van de gebeurtenissen. Rutger van Est, als overtuigd katholiek op 27 juni 1572 mee opgesloten in het kasteel samen met zijn oom Nicolaas Pieck, kon ontsnappen en verzamelde nadien alle mogelijke inlichtingen over de vermoorde geestelijken ; hij schreef over hun passie een gedicht in 30 strofen. Pontus de Huyter, die kanunnik in Gorcum was en de kalvarietocht van de martelaren tot kort vóór de executie gedeeld heeft, stelde over het martelaarschap een rijmverhaal op.
Verder is er de brief die Willem van Est, broer van Rutger, in hetzelfde jaar schreef aan een vriend in Keulen en waarin hij het hele relaas doet van het martelaarschap. Deze brief werd in 1572 in de Rijnmetropool buiten weten van de schrijver om gedrukt als een pamflet en maakte de lotgevallen van de Gorcumse bloedgetuigen in brede kring bekend.
Toen Willem van Est theoloog en hoogleraar geworden was, publiceerde hij in 1603 onder de naam Guilielmus Estius hét standaardwerk over de martelaren : de Historiae Martyrum Gorcomiensium. Bij het onderzoek van de feiten door een kerkelijke rechtbank in 1619 bleek dit boek, dat gebaseerd is op de verklaringen van vele getuigen en minutieus speurwerk, volledig overeen te stemmen met de historische waarheid. Die zekerheid laat ons toe om waar wenselijk uitspraken van de martelaren “ letterlijk ” aan te halen, in het besef dat de bewuste woorden ook werkelijk in die zin zijn uitgesproken.
In de 19e eeuw hebben katholieken de grond gekocht, weer zich alles heeft afgespeeld. Zij hebben er een houten kapel gebouwd en een binnenplaats, het zgn. martelveld. Later is er een grote stenen kerk gezet. Op het martelveld zijn met een betonnen rand de omtrekken van de turfschuur aangegeven. In de kerk staat een reliekschrijn, een soort kast van koper met beenderen van deze mensen. Al heel lang trekken mensen naar deze plaats om er te bidden en de gedachtenis van deze martelaren in ere te houden.
Wie waren de 19 martelaren van Gorcum?
Onder de 19 martelaren bevonden zich 11 franciscanen (of minderbroeders), 1 dominicaan (of predikheer), 2 norbertijnen (of witheren) en 5 priesters werkzaam in een bisdom.
Hieronder volgen de namen met hun geboortejaar.
DE 19 MARTELAREN VAN GORCUM | Geboren | Gestorven | Leeftijd | Toelichting | |
---|---|---|---|---|---|
1 | Leonardus van Veghel | 1527 | 1572 | 45 | woordvoerder, priester en sinds 1566 pastoor van Gorinchem |
2 | Petrus van Assche | 1530 | 1572 | 42 | franciscaner broeder |
3 | Andreas Wouters | 1542 | 1572 | 30 | priester, pastoor in de Hoeksche Waard |
4 | Nicasius van Heeze | 1522 | 1572 | 50 | franciscaner theoloog en pater |
5 | Hieronymus van Weert | 1522 | 1572 | 50 | franciscaner priester, pastoor te Gorinchem |
6 | Antonius van Hoornaar (geboortejaar onbekend) | ? | 1572 | franciscaner priester | |
7 | Govaert (Godfried) van Duynen | 1502 | 1572 | 70 | priester, voorheen pastoor in Noord-Frankrijk |
8 | Willehad van Denemarken | 1482 | 1572 | 90 | franciscaner priester |
9 | Jacobus Lacobs | 1541 | 1572 | 31 | norbertijn |
10 | Franciscus de Roye | 1549 | 1572 | 23 | franciscaner priester |
11 | Joannes van Hoornaar, ook: Joannes van Keulen genoemd | ? | 1572 | priester, pastoor te Hoornaar | |
12 | Antonius van Weert | 1523 | 1572 | 49 | franciscaner priester |
13 | Theodorus van der Eem | 1499 | 1572 | 73 | franciscaner priester, rector van de Zusters Tertiarissen in Gorinchem |
14 | Cornelius van Wijk bij Duurstede | 1548 | 1572 | 24 | franciscaner lekenbroeder |
15 | Adrianus van Hilvarenbeek | 1528 | 1572 | 44 | norbertijn en pastoor in Monster< |
16 | Godefridus van Mervel(of Govaert van Melver).Thans: Godefridus van Melveren | 1512 | 1572 | 60 | franciscaner priester, koster van het minderbroederklooster te Gorinchem |
17 | Joannes van Oisterwijk | 1504 | 1572 | 68 | kanunnik van het Regularissenklooster van het Oud-Begijnhof te Gorinchem |
18 | Nicolaas Poppel | 1532 | 1572 | 40 | priester, kapelaan< te Gorinchem |
19 | Nicolaas Pieck | 1534 | 1572 | 38 | franciscaner priester, theoloog en omstreeks 1568 benoemd tot gardiaan van het minderbroederklooster van Gorinch |
De 19 Martelaren van Gorcum, werden op 24 november 1675 door paus Clemens X zalig verklaard.
Op 29 juni1867 werden ze door paus Pius IX heilig verklaard.
Hun feestdag is op 9 juli.
Melveren eert de H. Godefridus
Klik op de foto om te vergroten
Op initiatief van de toenmalige pastoor van Melveren J.L.Laenen werd in 1868 een arduinen kapel ter ere van de H.Godfried ingehuldigd op de hoek van de Schoolstraat. De kapel is ongeveer 1.7m hoog en bestaat uit blauwe hardsteen uit de groeve van Vinalmont. Details die verwijzen naar Luikse rococo helpen ons de kapel te dateren rond 1700. Het beeldje van de martelaar in zo’n 50cm hoog en bestaat uit rode gebakken en geschilde klei.
De kapel werd in 1968 van zijn oorspronkelijke plaats - hoek Melveren-dorp en Schoolstraat - verwijderd nadat aldaar het oude huis en café van de 'Koster van Melveren' moest plaats ruimen voor een nieuwbouw. Ze kwam toen terecht in de voortuin van de buren Frieda en Maurice Wijnants - Mulkers die er diagonaal tegenover woonden. Toen zij hun huis later verkocht hadden werd de kapel tijdens de winter van 2011-2012, onder begeleiding van Marc Schotsmans, met behulp van een graafwerker, uit het betondek gehaald van wel 80 cm dikte.
Haar nieuwe standplaats wordt de Sint-Godfriedstraat, aan de voet van de trappen aan de achterzijde van de Salvator-Mundi kerk, tegen de tuinmuur van de oude Pastorij van Melveren (anno 1700).
In de lentemaanden van 1989 werd tenslotte op eigen initiatief door de inwoners van de Keelstraat een smaakvol monumentje opgericht langs de weide die vroeger aan het geboortehuis van Godfried grensde. Het borstbeeld van de heilige, van beeldhouwer Dirk Claessen uit Gelmen, werd op 6 juli in de kerk van Melveren gewijd en in processie via de Schoolstraat en Melverenveld naar de kapel gebracht. Deze werd onder grote belangstelling ingezegend door een confrater-minderbroeder van de H.Godfried. Sedertdien wordt daar elk jaar rond 9 juli een openluchtmis gevierd met aansluitend een ontmoetings-feest voor alle aanwezigen.
Als eerbetoon aan de H. Godefridus van Melveren werd het kerkkoor van Melveren genoemd "Het Sint-Godefriduskoor Melveren". Dit koor bestaat sinds 1974.
Waar liggen Brielle, Rugge, Dordrecht en Gorinchem in Nederland?
Klik op de foto om te vergroten
De stad Gorinchem heette in 1572 Gorcum.
Rugge is een gehucht in de Nederlandse provincie Zuid-Holland, nabij Brielle.
De stad Brielle heette in 1572 Den Briel.
Bronnen:
- Jaap ter Haar, 2000 Jaar geschiedenis van de Lage Landen
- Guilielmus Estius (= Willem van Est), de Historiae Martyrum Gorcomiensium, 1603. Dit is het standaardwerk over de 19 martelaren van Gorcum.
- Ben Hartmann, De Martelaren van Gorcum volgens het getuigenis van Guilielmus Estius geschreven in 1572, Oegstgeest, Colomba, 2009 (80 blz.)
Gebed aan de H. Godfried.
Barmhartige God, wij gedenken de heilige Godfried, een man uit ons eigen midden.
Met de dood bezegelde hij zijn trouw aan Uw kerk en zijn geloof in de eucharistie.
Laat ook ons vandaag in de kracht van de Heilige Geest getuigen van Uw liefde.
Op voorspraak van de heilige Godfried bidden wij U:
Zegen onze parochie en onze stad, zegen al wie er wonen, jong en oud.
Wij vragen het U in Jezus' naam.
Amen.
Terug naar begin pagina Klik hier op de blauwe link om terug te gaan naar het begin van deze pagina